Sparrenstraat
LION VAN DAM
18 januari 1885 (Rotterdam) – 6 september 1944 (Auschwitz)
Sparrenstraat 9
Lion is een zoon van Mozes van Dam (1847-Westerbork 1942) en Rosetta van Ploeg (1850-1936). Van zijn broers en zussen overleven er vier de oorlog: Jansje (1872-1961), Esther (1878-1970), Saar/Sara ‘Saartje’ (1887-1981) en Abraham (1892-1948, vanaf 1931 hoofd onderwijs van de Rudelsheimstichting in Hilversum). Ans van Dam (1916-2010), dochter van laatstgenoemde, is bekend gebleven door haar verzetswerk waarbij zij tientallen kinderen uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg hielp onderbrengen op onderduikadressen.
In 1911 huwt Lion de dan in Nieuw Lekkerland wonende niet-joodse Pietertje Hartkoorn (1885-1941), bij haar huwelijk naaister van beroep, dochter van Annigje Duhen en Tobias Hartkoorn. Bij hen wonen gedurende de eerste jaren van hun huwelijk een broer en een zus in: Adrianus (1885-1945) en Lambertha (geb. 1894). Lion is aanvankelijk onderwijzer van beroep en daarna boekhouder. Na verschillende andere adressen in Rotterdam woont het echtpaar vanaf 1927 in Rotterdam op het adres Goudscheweg 172 en verhuist dan in 1937 naar Stuyvesantstraat 79rood in Haarlem.
Vanaf het adres Goudscheweg 172 verhuist met het echtpaar Van Dam-Hartkoorn, Pietertjes oudere zus Anthonia (1890-1975) mee naar de Stuyvesantstraat en later ook naar het adres Sparrenstraat 9. Het Haarlems Dagblad bericht op 17 september 1975 van Anthonia Hartkoorns overlijden op het laatstgenoemde adres.
Lion van Dam werkt als boekhouder bij de bontmantelfabriek I. Stein & Co. in Rotterdam en Amsterdam. Lions werkrelatie met deze firma zal makkelijk tot stand zijn gekomen door zijn oudere zus Maria Anna ‘Emma’ van Dam (1880-1940). Zij en haar man en neef Izaac van Dam (1872-Sobibor 1943) waren de ouders van Marianne ‘Jeanne’ van Dam (1900-1972). Deze Jeanne huwde in 1922 Isidor Stein (1895-1981), grondlegger van de bovengenoemde bontmantelfabriek en groothandel. Stein groeide op in Wenen en trok in 1919 naar Rotterdam. In die laatste stad exploiteert hij tussen 1926 en 1936 zijn bedrijf. Pas in 1935, misschien vanwege de opkomst van de nazi’s, wordt hij Nederlands staatsburger. In 1936 verplaatst Stein zijn bedrijf naar Amsterdam. Waarschijnlijk verhuist Lion in 1937 van Rotterdam naar Haarlem om dichter bij zijn werkplek in Amsterdam te wonen. Dankzij Isidors dochter Louise (na haar huwelijk Louise Sorensen) is bekend dat in de familiekring heftig werd gedebatteerd over politiek. Zoals Louise schrijft was Lion communist. Het ligt dus wel voor de hand dat hij een stevig aandeel had in de discussies. Een politiek medestander had Lion in zijn nicht Ada Kruimink (1916-1995), de dochter van zijn zus Saar Kruimink-Van Dam. Ada, schuilnaam Truus, was samen met haar man Piet Groeneveld actief in het verzet. Net als Groeneveld werkte Lion in de jaren 1930 voor de Internationale Rode Hulp (IRH). Die organisatie hielp joden bij hun vlucht uit nazi-Duitsland.
Op 22 december 1941 overlijdt Lions echtgenote thuis in Haarlem. Een tweede schok voor Lion moet wel het overlijden van zijn vader Mozes van Dam zijn geweest. Die werd op 95-jarige leeftijd op 10 oktober 1942 in zijn woonplaats Rotterdam op transport gezet naar Westerbork waar hij op 3 december 1942 overleed. Zijn dochter Esther kwam gelijk met haar vader aan in Westerbork en kon daar als verpleegster aan de slag. Zij is bij het overlijden van haar vader aanwezig geweest en geeft zijn overlijden aan bij de burgerlijke stand. Mozes van Dam wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Assen en na de oorlog herbegraven in zijn woonplaats Rotterdam. Esther van Dam verblijft bijna twee jaar in Westerbork en gaat op 4 september 1944, een dag voor Dolle Dinsdag toen velen dachten en hoopten dacht dat de geallieerden in een paar dagen heel Nederland zouden bevrijden, op transport naar Theresienstadt waar zij de oorlog overleeft. Het is niet waarschijnlijk dat zij haar broer Lion in Westerbork nog heeft gezien: hij arriveert op 2 september 1944 in Westerbork in strafbarak 67, waar vooral opgepakte onderduikers kort verbleven alvorens op transport gezet te worden. Zijn verblijf in de strafbarak en de late datum van binnenkomst in Westerbork maken het waarschijnlijk dat Lion van Dam langere tijd ondergedoken heeft gezeten en misschien, mede gezien zijn politieke overtuiging, in de onderduik actief is geweest in het verzet. De dag na zijn aankomst in Westerbork gaat Lion met ruim 1000 anderen mee met het laatste transport dat van Westerbork naar Auschwitz gaat. In Auschwitz is hij direct na aankomst vermoord.
Deportatie uit Westerbork op 3 september 1944.
Vermoord in Auschwitz op 6 september 1944.
Hij werd 59 jaar.
Bronnen: https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/familie-stein/; https://stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_familie_van_dam.html; https://collections.yadvashem.org/en/names/13759949;
Zie: https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/abraham-van-dam/